De hoedenfabriqueurs uit Vlaanderen: Van den Bergh

De emigratie van de familie van den Bergh vanuit Oupeye bij Luik (rond 1640-1650) naar de Noordelijke Nederlanden-naar Leiden-vond plaats in de tijd van de Spaanse overheersing. De familie was hoedenfabrikant. Leiden of Amsterdam waren in die tijd voor hoedenfabrikanten de vestigingsplaats voor emigranten uit de textielindustrie.

Luik was in die tijd onderdeel van het prinsdom Luik een semi-onafhankelijke staat, die niet bij de zuidelijke Nederlanden hoorde en ook geen onderdeel vormde van het rijk van de Spaanse overheerser. Ferdinand van Beieren van het koninkrijk Beieren zwaaide er de scepter. Deze prins-bischop was minder mild dan zijn voorgangers. In 1632 verbood hij het drukken van boeken, die niet eerst door hemzelf waren gecensureerd. In 1650 ontnam hij de burgerij alle voorrechten. Ondernemers verloren de hun toegezegde vestigingsvrijheden en hun bezittingen werden geconfisqueerd en vervielen aan de stad Luik.

Rond die tijd emigreerde de  familie van den Bergh naar de noordelijke Nederlanden. De stad Leiden bood immigranten uitzonderlijke vestigingsvoorwaarden. In 1622 telde de stad 67 % aan immigranten (22).

Economische overwegingen zullen met name een rol hebben gespeeld het thuisland te verlaten. In historische studies die zijn gehouden naar de reden voor emigratie uit het prinsdom Luik en de zuidelijke Nederlanden wordt dat bevestigd. Toch moet ook de geloofsovertuiging worden meegewogen. De familie van den Bergh was gereformeerd (tegenwoordig:nederlands hervormd).

De rooms-katholieke prins-bischop van Beieren zal met name de privileges van de protestantse ondernemers in Luik niet hebben willen bevoordelen. Dat betekende dat zij hinder moeten hebben ondervonden bij het uitoefenen van hun handelsactiviteiten. Toen daarbij in 1650 de afschaffing van alle privileges en de confiscatie van goederen en vermogen dreigde, heeft de familie haven en goed verlaten. Waarom de familie zich dan toch tot het protestantisme bekeerde, blijft dan nog de vraag.

Het antwoord dat daarop kan worden gegeven, is een aanname en wordt niet door bronnen ondersteund. De familienaam van den Bergh duidt op joodse roots. Een joodse ondernemer had in die tijd geen enkel privilege. In Leeuwarden werd bijvoorbeeld midden 17e eeuw slechts een enkele joodse middenstander tot het machtige gilde toegelaten. Dat betekende dat er geen netwerk was en geen erkenning, zoals we nu zouden zeggen geen kwaliteitskeurmerk. De vrijheidsstrijd die woedde tegen de katholieke Spaanse overheerser betekende ook de strijd van het protestantisme tegen het katholicisme, en een strijd om vrijheid van geloofsovertuiging. Het herdopen van het joodse naar het protestantse geloof betekende met name voor een ondernemersfamilie de waarborg van meer vrijheden en economische privileges, dan zij als joden zouden hebben gehad. De belofte van een nieuwe toekomst zonder Spaanse overheerser lag immers in het verschiet. Opnieuw zou bij deze keuze tot bekering het economische motief een belangrijke rol kunnen hebben gespeeld.

De joodse roots in de familiegeschiedenis van de familie van den Bergh zijn ook terug te vinden in het steeds opnieuw doorgeven van de geboortenaam Isak of Isaac. Veel later als de familietak afbuigt naar Friesland komt de naam Abrahami van Abraham Abrahami als aangetrouwde familie voor. Abraham van den Berg, de hoedenfabrikant en tijdgenoot en zwager van Haantje Wigersma is namelijk vernoemd naar zijn overgrootvader Abraham Abrahami. Ook Abrahami is een familienaam met portugees-joodse roots. Het zou goed kunnen dat de geassimileerde joodse families met elkaar trouwden en zo de joodse achtergrond in stand hielden. Maar opnieuw is dit mijn aanname. Een historisch onderzoek zou uitsluitsel moeten brengen.

 

 

 

 

STAMBOOM JAPIKJE VAN DEN BERG

Het geslacht van hoedenmakers-fabriqueurs uit Oupeye (Luik), dat in de 17 e eeuw naar Leiden kwam en een aantal generaties in Friesland woonde (zie noot 20).

Oupeye omstreeks 1650:

Servaes van den Bergh (Oupeye 1625-Leiden 2-01-1669) trouwde in 1650 in Oupeye met Jannetje van Bergen. Servaes werd meester hoedenmaker in Leiden. Zijn zoon

Toussant (Toesijn) Servaes van den Berg (Oupeye, 1650/ Sneek, 30-06-1722) werd evenals zijn vader meester hoedenmaker te Leiden. Hij vertrok naar Sneek en werd op 17-09-1685 ingeschreven in het burgerboek van Sneek als " Turcijn Servaes Joupy in land van Luik". Hij trouwde 3 x, uit het tweede huwelijk met Jetske Dirks (Sneek 1660/ Sneek, 5-11-1723) uit Sneek, gesloten op 23-11-1681 werd 

Ysaac van den Berg (Sneek ged 20-08-1697) . Hij huwde op 4 februari 1723 in Heerenveen met Japikje Annes (Heerenveen, ged 22-09-1700) en werd in Schoterland hoedenmaker. Dit was de grootvader van Abraham en Japikje van den Berg. Hun vader Servaas Isaks van den Berg (Heerenveen, 1-03-1739/ Heerenveen 14-02-1812) trouwde in eerste huwelijk te Grouw op 1-07-1759 met Antje Abrahams Abrahamy ( Grouw (ged) 24-12-1741/Leeuwarden, 24-03-1774). Hij was van beroep Ordinaris van de Staten van Friesland ( 1761-1795) en werd op 16-12-1763 ingeschreven in het burgerboek van Leeuwarden. In 1762 woonde hij aan de Peperstraat, nabij de Brol; in 1768 hoek Droevendal; tussen 1778-1783 woonde hij aan de Wirdumerdijk en in 1794 aan de Vismarkt. De kinderen uit eerste huwelijk waren:

1. Abraham (ged) Leeuwarden, 3-09-1760/Leeuwarden 25-02-1821: Hij was fabriqueur van hoeden over de Kelders (H32) te Leeuwarden en de oudste broer van Japikje van den Berg de echtgenote van Haantje Tjzn Wigersma. In 1812 kocht hij na de dood van zijn vader in Tietjerk voor een koopsom van f. 4003.- 2 huizen met land, waarbij in de koopakte zowel zijn zus Japikje als zijn zus Grietje worden vermeld. Vader Servaas Isaks van de Berg was tussen 1808-1812 eigenaar van de buitenplaats Woelwijk onder Tietjerk. 

Het hoedenmakersbedrijf van Abraham van den Berg Over de Kelders (H32) werd voortgezet door diens zoon Servaas (Leeuwarden, 15-09-1792), die getrouwd was met een hoedenmaakster Wietske Wybrandi. Hij stierf kinderloos op jonge leeftijd. (Leeuwarden, 3-04-1833).

2. Isaac (ged) Leeuwarden 13-04-1763; 3. Grietie (ged) Leeuwarden, 13-02-1771; 4. Jacob(ged) Leeuwarden, 16-03-1768; 5. Grietie (ged) Leeuwarden13-02-1771; 6.Isaac (ged) Leeuwarden, 1-10-1773, geboren op 19 augustus; 7. Servaas (gestorven) Leeuwarden 10-03-1774. Veertien dagen later zou zijn moeder in het kraambed sterven. Op 26-03-1775 trouwde Servaas voor de 2e keer met 

Eke Freriks de Haan ( Leeuwarden (ged) 5-10-1746/ Leeuwarden, 30-04-1809). Zij was de moeder van Japikje (Leeuwarden 15-04-1776) en Hiltie (Leeuwarden,  (ged) 9-07-1783). Japikje werd vernoemd naar haar grootmoeder van vaders kant en Hiltie werd vernoemd naar de moeder van Eke de Haan: Hiltie Scheltes (gehuwd met Freerk Fongers de Haan).