"Confisseur en patissier Ype Wigersma (1873-1959)

Haantje Tjzn Wigersma bleef tot eind 19e eeuw de scepter zwaaien in de banketbakkerij op Naauw 12. Hij zou daarmee zijn stempel drukken op de banketbakkerij, die zijn zoon en opvolger Ype Wigersma (1873-1959) in 1897 zou komen versterken. Rond de eeuwwisseling telde Leeuwarden 28 banketbakkers en confisseurs en 19 winkeliers in koek-, banket en suikerwerken. De in mijn tijd bekende banketbakkers vestigden zich in de binnenstad. In 1908 Banketbakkerij Halbesma aan de Groentemarkt en in 1914 banketbakkerij Salverda aan de Voorstreek, die zich geheel in Franse stijl "cuisinier en patissier" noemde. Eind 19e eeuw was bakkerij Frehe aan de Nieuwstad begonnen na eerst aan de St Jacobsstraat te hebben gezeten. Ook deze banketbakker noemde zich geheel in stijl met de Franse geest van de tijd "cuisinier en patissier". De tearoom van het echtpaar Frehe was voor veel Leeuwarders in de jaren 50 een aangenaam verpozen na het winkelen met de beroemde the-complet.

Het was oorspronkelijk de bedoeling, dat de oudste zoon Tjeerd zijn vader in de bakkerij zou opvolgen, maar de jongen overleed tot groot verdriet van de ouders in 1885 op 20 jarige leeftijd. In 1893 gevolgd door de dood van het jongere broertje Henri, slechts 16 jaar. Ype was toen als jonggezel door zijn vader twee jaar naar Amsterdam gestuurd om het banketbakkersvak onder vreemde ogen onder de knie te krijgen. In 1895 zou hij nog naar Antwerpen gaan voor een laatste leertraject. 

De koek- en banketbakkerij Wigersma op het Naauw nummer 12 onderging begin 20 ste eeuw een karakterverandering. Banketbakker Wigersma werd van koek- en banketbakker tot een "confisseur" en een "patissier". De Frans georienteerde samenleving van het fin de siecle werd ook binnen het banketbakkerijvak merkbaar. In de advertenties van de bakkerij stonden de galettes, de boudoirs, de pain sec, de petits fours de victoria en chocolade batons en de creme de beurre taarten afgewisseld met de appelbeignets en de pasteitjes en de croquettes.

Het verschil in karakter tussen vader Haantje en zijn zoon Ype kon echter niet groter zijn en dit verschil bepaalde uiteindelijk mede het lot van de banketbakkerij op het Naauw. Haantje was een ondernemende middenstander, die de banketbakkerij vernieuwde en industrialiseerde. Hij was, mede door de tijdgeest gedwongen, betrokken bij de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de bakkersgezellen. Hij behaalde prijzen voor de kwaliteit van zijn banketprodukten en kon van de banketbakkerij maar moeilijk afscheid nemen. Hij had een uitgesproken karakter. Bekend is het verhaal binnen de familie, dat Haantje zijn twee dochters, Fokje en Doetje, verbood een beroepsopleiding als verpleegster te gaan volgen. De dames lieten zich dit door hun vader niet ontzeggen en mochten vervolgens als straf het ouderlijk huis niet meer betreden. Ype daarentegen had een zacht en introvert karakter. Hij wilde het graag iedereen naar de zin maken en vervulde zijn rol als banketbakker op de achtergrond. Hij was net als zijn vader een banketbakker van niveau. Zijn banketprodukten werden internationaal bekroond op de Internationale voedingsmiddelententoonstelling in Parijs in 1903 met het gouden erekruis van de stad (zie hiernaast). Onder zijn bewind werd de banketbakkerij Hofleverancier van HM de Koningin. Toch zat eerder als drijvende kracht achter deze behaalde successen zijn vader, de oude banketbakker Haantje Wigersma, die pas in 1905 het veld ruimde en naar Haarlem verhuisde. 

Ype trouwde dat jaar met de veel jongere Berber Vellinga, dochter van een Leeuwarder agent van politie. Berber was extrovert van karakter. Zij bestierde de winkel en de sociale verplichtingen. In 1908 stierf hun 2 jaar jonge en ziekelijke eerste kind Henri. De beide ouders kwamen deze slag in hun huwelijkse relatie samen nooit meer te boven. Zelfs toen ruim 4 jaar later het volgende kind werd geboren Corrie en 3 jaar later mijn moeder Betsy, bleef de dood van het jongetje en broertje een heftig onderwerp van gesprek (zie foto hiernaast). Ype voelde zich het prettigst achter in de bakkerij en in zijn vrije tijd op zijn tjalk op het water van de friese meren. Hij was daar gelukkig en op het toen nog verstilde friese merengebied, zonder de dagjesmensen van nu, beter in harmonie met zijn eigen karakter en met de wereld.

De eerste helft van de 20 ste eeuw kende politiek en economisch een onrustig verloop. Aanvankelijk leek de economische situatie zich na de grote landbouwcrisis te herstellen en het welvaartspeil steeg. Het groot winkelbedrijf vestigde zich in de binnensteden. In Leeuwarden vestigden zich o.a. HB (H. Brenninkmeijer &co) in 1880; C&A/Brenninkmeijer in 1881; Peek & Cloppenburg in 1898 en V&D in 1912. De inwoners uit de binnenstad trokken naar de buitenwijken. Er kwamen buurtwinkels, die met de winkels in de stad concurreerden. De arbeidsomstandigheden van de werkende klasse stonden onder druk en wetgeving lag in het verschiet van een kortere werkweek tot verhoging van het uurloon. De prijszetting werd lager en de ondernemers mn de middenstand kwamen onder druk te staan om net als het groot winkelbedrijf in te kopen tegen lagere prijzen. Men sloot zich aaneen tot collectieven, die gezamenlijk en rechtstreeks bij de fabrieken inkochten om zo de tussenhandel uit te schakelen. Tegelijkertijd gingen veel firma's die met familiekapitaal waren opgebouwd ertoe over de patriarchale firmastructuur te vervangen dor het stichten van een naamloze vennootschap. Ook banketbakker Ype Wigersma sloeg deze moderne nieuwe weg in. Hij begon in 1914 met het bedenken van een nieuw uitbreidingsplan voor zijn banketbakkerij: de consumptieijsfabriek. De familie Wigersma, die altijd aandeelhouder van de banketbakkerij was geweest, werd uitgekocht.Daarna leende Ype  f.24000.-, gaf obligaties uit en stichtte NV de IJsbeer de electrische Consumptie-ijsfabriek op vestigingsadres Cornelis Frederikstraat 9, tevens het woonadres van de familie Wigersma. De NV de IIsbeer werd vernoemd naar de Utrechtse IJscompagnie der Vereenigde banketbakkers van Utrecht e.o. "de IJsbeer" (gesticht in 1916).

Waarom een consumptie ijsfabriek stichtten in zo'n risicovolle economische en politiek instabiele tijd? Daarvoor moeten we eerst meer weten over de banketbakkers en hun betrokkenheid bij de verkoop van consumptie ijs. Eind 19e eeuw was het comme-il-faut voor de elite om als dessert bij de banketbakker ijs als toetje te bestellen. In Amsterdam en Den Haag reden inmiddels ijsco (afgeleid van ijscompagnie) karretjes, waarmee op straat ijs werd uitgevent, maar dat was voor de werklui, want de elite at niet op straat. In het eerste decenium van de 20 ste eeuw nam het aantal banketbakkers dat ijs verkocht toe. Toen als gevolg van WOI de ingredienten op rantsoen gingen en de prijzen daalden, nam de concurrentie verder toe. In enkele steden verenigden de ijsbereidende banketbakkers zich tot ijscompagnieen om gezamenlijk ijsgrondstoffen in te kopen en ook in een eigen fabriek te bereiden (26). Zo ook werd het plan van Ype Wigersma tot uitvoer gebracht. Hij leverde niet alleen het consumptie ijs in kwantumpartijen, maar liet ook de eerste ijscokarretjes door Leeuwarden rijden. De ijsjes verpakt in papiertjes met een gouden randje. Ype had een droom en dacht dat de tijd er rijp voor was, maar de Leeuwarder elite trok haar neus op voor de uitgevente mooie ijsjes op straat en de werklui konden het ijsje niet betalen. Op 15 mei stond de consumptie ijsfabriek met zijn gekoelde electrische apparatuur nog te pronken op de industrietentoonsteling in de Breedstraat/Sacramentstrast te Leeuwarden, maar op 15 november 1922 was het over en uit en hief de fa Y.Wigersma &co de IJsbeer op. Het was de opmaat naar het einde van de banketbakkerij op het Naauw. De beurskrach die eind jaren twintig de economie nog verder onder druk zette, betekende vrijwel het einde. Het prijspeil zakte dramatisch. In de advertenties uit de kranten van die tijd zien we dat Banketbakkerij Wigersma de prijzen verlaagd: "Prijsverlaging" staat erboven, maar het mocht niet baten. Op 18 mei 1936 lezen wij in de Leeuwarder Courant dat firma H.Wigersma Tzn te Leeuwarden is opgeheven. Notaris F.J.Rensing verrichtte op dinsdag 14 januari 1936 bij Buis hoek Zaailand/Prins Hendrikstraat de publieke verkoop van "woon-winkelhuis met koek- en banketbakkerij, erf en open plaats aanhet Naauw no 12 in eigendom en gebruik door de heer Y. Wigersma. Er kwam een eerste bod van slechts f.13460.- voor het winkelpand en de bakkerij. Overgrootvader Tjeerd had het bedrijf in 1812 voor f.6000.- gekocht en in 1914 was voor het pand bij de boedelscheiding door de familie nog f 23000.- neergelegd. Banketbaker Ype Wigersma verhuisde naar Santpoort en weigerde ooit nog een voet in Leeuwarden te zetten.

Mijn ouders haalden hem tegen zijn wil in 1959 toch naar Leeuwarden en verzorgden hem tot zijn dood liefdevol bij ons thuis tot november van dat jaar. Hij leek zich met zijn lot verzoend, herkende niemand meer, alleen mij zijn kleindochter van 7 jaar. Het was een mooie geschiedenis, ons leven daar en in Santpoort. Een leven voor altijd verbonden met het Naauw en met de binnenstad van Leeuwarden.

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb